Voor veel overheden in Europa markeerde de datum 23 september 2020 de inwerkingtreding van een wettelijke toegankelijkheidsverplichting. En het einde van een traject voor overheidsinstanties om de toegankelijkheid van de website te verbeteren en daarover een toegankelijkheidsverklaring op te stellen en te publiceren.
Maar de datum markeert óók het begin van een nieuwe kijk op digitale toegankelijkheid. Voor 23 september leek het zo simpel: er was een norm voor toegankelijkheid en de verplichting was om aan die norm te voldoen. Hoe ingewikkeld kan dat zijn?
In werkelijkheid bleek het toepassen van de norm behoorlijk tegen te vallen. En teleurstellend. Want om conformiteit te claimen vereist de toegankelijkheidsnorm dat volledig aan alle eisen moet zijn voldaan. Veel overheidsinstanties hadden daar moeite mee, in Nederland en in andere landen [1]. Met als gevolg dat websites die aan bijna alle eisen voldeden als 'voldoet niet' moesten worden gelabeld. Maar daar bleef het niet bij. In Nederland werden websites met dit label in de media vaak afgedaan als 'ontoegankelijk'. Dat is onverdiend. Want zelfs als het niet 100% is, kan het toegankelijkheidsniveau van een website hoog genoeg zijn om probleemloos door de meeste personen met een handicap te worden gebruikt. Maar - en dat is heel belangrijk - nog niet voor alle gebruikers, want de toegankelijkheid is pas gegarandeerd is als aan alle eisen volledig is voldaan.
Door de zwart-wit benadering werden veel toegankelijkheidsverbeteringen niet opgemerkt. Dat werkte bepaald niet stimulerend. Het gevolg: demotivatie en de overtuiging dat het voldoen aan de toegankelijkheidsnorm in de praktijk een onhaalbaar doel is. Of maar helemaal stoppen met toegankelijkheid, want het was immers toch nooit goed genoeg.
Ook voor beleidsmakers bleek de verplichting om de norm toe te passen een probleem op te leveren: tegenvallende beleidsdoorwerking. Het aantal aantoonbaar toegankelijke websites dat kon worden gerapporteerd bleef ver achter bij de verwachting. En dat terwijl het ging om een heel relevant maatschappelijk doel: íedereen moet kunnen meedoen, ook in de digitale wereld.
Aan de zwart-wit benadering is op 23 september 2020 officieel een eind gekomen, al had nog niet iedereen dat door [2]. Met de inwerkingtreding van het Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid, dat geldt voor alle overheidswebsites, is er niet langer een 1-op-1 koppeling tussen de norm en de verplichting. Behalve naar de website wordt nu ook gekeken naar de manier waarop de organisatie erachter omgaat met toegankelijkheid.
In de Europese webtoegankelijkheidsrichtlijn [3] die de basis vormt voor het Tijdelijk besluit, is de nieuwe verplichting als volgt verwoord: "De lidstaten zorgen ervoor dat overheidsinstanties de noodzakelijke maatregelen nemen om hun websites en mobiele applicaties toegankelijker te maken door ze waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust te maken."
De formulering stelt overheden in staat om stapsgewijs en planmatig te werken aan verbetering van de toegankelijkheid. Dat blijkt een positief effect te hebben. Bovendien komt door het woord 'toegankelijker' als vanzelf meer nadruk te liggen op wat al wél is bereikt, in plaats van wat nog niet is gelukt. Overigens zonder dat het een eenzijdig positief verhaal wordt, want de nog te verbeteren zaken worden duidelijk beschreven in de toegankelijkheidsverklaring.
Zolang niet kan worden aangetoond dat volledig aan alle eisen is voldaan zijn er maatregelen denkbaar. Heb je geen beeld van de toegankelijkheid van een website? De te nemen maatregel is een toegankelijkheidonderzoek (laten) uitvoeren. Is er geen budget beschikbaar voor onderzoek en verbetering van de toegankelijkheid? De te nemen maatregel is het claimen van budget, liefst structureel, om aan de wettelijke verplichting te kunnen voldoen. Is er weinig betrokkenheid van het bestuur van de organisatie? Ontwikkel een beleidsplan digitale toegankelijkheid waarin concrete en haalbare doelen worden gesteld. Hebben de leden van het webteam onvoldoende kennis van toegankelijkheid? Organiseer een training. Blijkt uit het onderzoek dat nog niet aan alle eisen is voldaan? Breng per afwijking in kaart wat de oorzaak en het gevolg daarvan zijn, bepaal de te nemen maatregelen om de afwijking op te heffen en plan in wanneer de verbetering zal zijn doorgevoerd.
Bovenstaande is slechts een bloemlezing uit de mogelijke maatregelen.
De maatregelen dienen te worden opgenomen in de toegankelijkheidsverklaring. Het publiceren van die eigen verklaring maakt deel uit van de wettelijke verplichting. De eigen verklaringen bieden een veel gedetailleerder beeld van de staat van de toegankelijkheid van een website dan mogelijk was onder de inmiddels achterhaalde verplichting.
Overigens moeten de eigen verklaringen voldoen aan een voorgeschreven model. Dat model vormt de basis van een online instrument dat het opstellen van een geldige toegankelijkheidsverklaringen eenvoudiger maakt: de invulassistent [4].
Afhankelijk van de vorderingen zijn voor een website vier zogenoemde nalevingsstatussen mogelijk: A = voldoet volledig, B = voldoet gedeeltelijk, C = eerste maatregelen genomen en D = voldoet niet.
Bij status A is het einddoel bereikt, bij B is een organisatie in control op het onderwerp webtoegankelijkheid, bij C is er aandacht voor het onderwerp en worden de eerste maatregelen genomen en bij D is dat nog niet het geval, enkel aan de verplichting om een toegankelijkheidsverklaring te publiceren is voldaan.
Met het nemen van maatregelen kan pas worden gestopt als status A is bereikt. De andere statussen zijn stappen op weg naar A en hebben per definitie een tijdelijk karakter.
Een belangrijke meerwaarde van de toegankelijkheidsverklaringen is dat het iedereen in staat stelt om bij te dragen aan de oplossing van het toegankelijkheidsvraagstuk, inclusief de doelgroepen voor digitale toegankelijkheid. De eigen verklaringen zijn openbaar, dus iedereen kan zich een beeld vormen over de toegankelijkheidsfase waarin een website zich bevindt. En er vervolgens iets mee doen [5].
toegankelijkheidsverklaringen zijn bedoeld om voor partijen in een toezichthoudende rol de drempel zo laag mogelijk te maken. In geval van een gemeentelijke website kunnen dat de leden zijn van een gemeenteraad, want de raad heeft immers een toezichthoudende bevoegdheid. Een raadslid kan daarbij worden ondersteund door lokale belangenbehartigers voor mensen met een functiebeperking. Verder is sprake van formeel interbestuurlijk toezicht (IBT). Dat wordt geregeld via de nieuwe Wet digitale overheid (Wdo) die in 2022 wordt verwacht.
Tot slot is in de Europese webtoegankelijkheidsrichtlijn vastgelegd dat toegankelijkheidsverklaringen een feedbackmechanisme moeten bevatten. Wie tegen een toegankelijkheidsprobleem aanloopt kan dat melden bij de betreffende overheidsinstantie. Die is verplicht om de indiener te informeren over de voorgang en de uitkomst van de melding. Als de indiener niet tevreden is over de reactie, of die niet op tijd ontvangt, dan kan een klacht worden ingediend. En als de klacht niet op tijd of naar tevredenheid wordt behandeld kan een klacht worden ingediend bij de ombudsman.
__________
voetnoten:
__________
Raph de Rooij, 14 september 2020 (voor het laatst bijgewerkt op 26 augustus 2021)